Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

 

Artikel 2.15 Waarborgfonds hogescholen
1
Elke instelling is aangesloten bij de door de instellingsbesturen gezamenlijk opgerichte rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, zonder winstoogmerk. Deze rechtspersoon stelt zich ten doel zich borg te stellen voor de nakoming van rente- en aflossingsverplichtingen, voortvloeiend uit de door het instellingsbestuur aangegane leningen door instandhouding van een onafhankelijk functionerend fonds, dat uitsluitend de in dit artikel genoemde functies uitoefent.
2
De leden van het bestuur van het fonds worden benoemd door de instellingsbesturen. De leden stemmen zonder last of ruggespraak.
3
Elke instelling draagt aan het fonds op zodanige wijze bij, dat door de gezamenlijke bijdragen het functioneren van het fonds is gewaarborgd.
4
Het instellingsbestuur kan het fonds verzoeken zich geheel of gedeeltelijk borg te stellen voor de nakoming van rente- en aflossingsverplichtingen, voortvloeiend uit een door het instellingsbestuur afgesloten lening.
5
Het fonds kan aan het verlenen van een waarborg algemeen geldende voorwaarden verbinden met betrekking tot de vorm van de te waarborgen lening en met betrekking tot een door de instelling aan het fonds te betalen borgstellingsvergoeding. Een verzoek om borgstelling van een instelling dat aan deze algemene voorwaarden voldoet kan, onverminderd het bepaalde in het negende lid, niet worden geweigerd.
6
Het instellingsbestuur legt jaarlijks een afschrift van de vastgestelde begroting als bedoeld in artikel 2.8 en het vastgestelde verslag als bedoeld in artikel 2.9 over aan het bestuur van het fonds.
7
Indien het aan het instellingsbestuur bij de vaststelling van de begroting blijkt dat het op enig moment in het kalenderjaar waarop die begroting betrekking heeft, niet in staat zal zijn tot nakoming van de rente- en aflossingsverplichtingen uit één of meer door het fonds geborgde leningen, meldt het instellingsbestuur dit voor de aanvang van het in dit artikellid bedoelde kalenderjaar aan het fonds. Binnen acht weken na de melding, bedoeld in de eerste volzin, legt het instellingsbestuur aan het fonds een door hem vastgesteld saneringsplan over, waarin is aangegeven op welke wijze en binnen welke termijn het evenwicht tussen de inkomsten en de uitgaven van de instelling hersteld kan worden. Het bestuur van het fonds kan ten aanzien van het saneringsplan voorwaarden van financiële aard stellen die zijn gericht op het herstel van het financieel evenwicht tussen de inkomsten en uitgaven van de instelling, die door de instelling in het door haar vastgestelde saneringsplan worden opgenomen.
8
Indien het aan het instellingsbestuur in de loop van een kalenderjaar blijkt dat het niet in staat zal zijn tot nakoming van de rente- en aflossingsverplichtingen uit één of meer door het fonds geborgde leningen, terwijl dat bij de vaststelling van de begroting met betrekking tot dat kalenderjaar niet was voorzien, meldt het instellingsbestuur dit zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voordat de toestand, bedoeld in deze volzin, intreedt aan het fonds. De tweede en derde volzin van het zevende lid zijn van toepassing.
9
Indien een lening, waarvan de instelling bij het fonds om borging verzoekt, naar het oordeel van het fonds tot gevolg heeft dat het instellingsbestuur niet in staat zal zijn tot nakoming van de rente- en aflossingsverplichtingen uit één of meer door het fonds geborgde leningen, bepaalt het bestuur van het fonds dat de borging niet wordt verleend dan nadat een door het instellingsbestuur vastgesteld saneringsplan is overgelegd dan wel geheel of gedeeltelijk is uitgevoerd, waarin is aangegeven op welke wijze het evenwicht tussen de inkomsten en de uitgaven van de instelling kan worden behouden dan wel hersteld. De derde volzin van het zevende lid is van toepassing.
10
Het negende lid is niet van toepassing op de leningen die door het instellingsbestuur worden afgesloten in verband met de betaling van het bedrag, bedoeld in artikel II van de Wet van 11 november 1993, Stb. 628, houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met decentralisatie van huisvestings- en bestedingsbeslissingen en regeling van de overname van het economisch claimrecht.
11
Indien een of meer voorwaarden van het fonds als bedoeld in het zevende tot en met negende lid, de vrijheid van inrichting van het onderwijs in ernstige mate aantast, kan het instellingsbestuur daartegen beroep instellen bij Onze minister. Op het beroep zijn de hoofdstukken 6 en 7, met uitzondering van de artikelen 7:24 en 7:25 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
12
Onze minister beslist binnen zes weken na ontvangst van het beroepschrift. Indien Onze minister het beroep gegrond acht, bepaalt hij dat een of meer van de voorwaarden niet in het saneringsplan behoeven te worden opgenomen. De instelling stelt met inachtneming van de uitspraak van Onze minister het saneringsplan opnieuw vast en treedt daarover in overleg met het fonds. De laatste twee volzinnen van het zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing.
13
Indien een instelling één of meer leningen bij het fonds heeft geborgd, dient de instelling voorafgaand aan het aangaan van leningen waarvoor de instelling het fonds niet om borging verzoekt, dit te melden aan het fonds.
14
Van de verplichtingen, bedoeld in dit artikel, kan Onze minister op verzoek van het bestuur van een bijzondere instelling ontheffing verlenen op grond van bezwaren van godsdienstige of levensbeschouwelijke aard. Onze minister verleent de ontheffing slechts, indien het instellingsbestuur aantoont dat een afdoende andere voorziening is getroffen voor het waarborgen van het voortbestaan van de instelling.
15
Het fonds kan batig saldo uitkeren aan de instellingen. De instellingen besteden deze uitkeringen ten behoeve van de werkzaamheden van de instelling, waarvoor de rijksbijdrage wordt verstrekt.
16
De statuten van de rechtspersoon die het fonds in stand houdt voldoen aan het gestelde in dit artikel.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •